2024 jaar van transitie
De organisatie bevond zich in 2024 in meerdere opzichten in een transitiefase, waarbij grote organisatorische veranderingen plaatsvonden in de werkplekken, informatiesystemen, structuur en sturing. Na de intrede in het Huis voor de Stad in het voorjaar, is in de zomer de organisatiestructuur gewijzigd. De wijzigingen voorzien in kleinere teams, meer persoonlijker aandacht voor medewerkers en duidelijke managementscheiding in taken, rollen en lagen en de organisatie.
We hebben afscheid genomen van verschillende managers en bestuurders en weer nieuwe verwelkomt. Het aantal medewerkers is met 52 nieuwe collega’s gegroeid. Met de komst van burgemeester Potters in het najaar is het proces ook gestart om de positie van gemeentesecretaris vast in te vullen medio 2025.
Arbeidsmarkt en personeelsbehoud
Een van de kernuitdagingen is het aantrekken van nieuw talent in een krappe arbeidsmarkt. De gemeente pakt dit proactief aan door innovatieve recruitmentmethoden, samenwerking met opleidingsinstanties en een uitgebreid onboardingsprogramma. Dit draagt bij aan een soepele integratie van nieuwe medewerkers en vergroot de kans op langdurige betrokkenheid. Daarnaast is de focus op doorgroeimogelijkheden en ‘het goede gesprek’ een waardevol instrument om interne talentontwikkeling en leiderschap te stimuleren.
Opleiding en ontwikkeling
De oprichting van de Helmond Academie, met zes leerlijnen voor kennis- en vaardigheidsontwikkeling, laat zien dat de gemeente investeert in de groei van haar medewerkers. Dit is belangrijk omdat vaardigheden als innovatiekracht, digitale geletterdheid en integraal werken steeds belangrijker worden. Het herstel van de koppeling tussen formatieomvang en het opleidingsbudget naar de rijksnorm van 2% is een positieve stap, omdat dit zorgt voor structurele middelen voor ontwikkeling.
Verzuim
Het verzuim is in 2024 gestegen van 4,85% in 2023 naar 5,77%. Er is vooral sprake van verzuim door mentale belasting. Deze negatieve trend sluit aan bij bredere landelijke ontwikkelingen, maar mogelijk hebben ook de veranderingen in het afgelopen jaar een bijdrage hieraan geleverd. Ondanks zorgvuldige inspanningen hebben we het streefcijfer van 4,5% niet behaald. We pakken dit aan door een gerichte inzet op verzuimpreventie en het terugdringen van verzuim. Zo heeft e ind 2024 een analyse plaatsgevonden van het ziekteverzuim binnen de organisatie en is de samenwerking met de nieuwe Arbodienst geëvalueerd. Ook zijn de rollen Arbo en Verzuim beter gescheiden en is een pilot gestart om meer grip te krijgen op het eigenrisicodrager schap voor de ziekte-, arbeidsongeschiktheid en werkloosheidregelingen waar wij zelf de kosten voor dragen.
Van belang is om gericht sturing te geven aan medewerkers en in te zetten op re-integratie, door- of uitstroom. Vanuit de pilot is eind 2024 een begin gemaakt met het actief spreken van deze medewerkers en een stappenplan gemaakt voor het vervolg. In 2025 wordt er binnen het ontwikkelprogramma voor managers ook getraind hoe vorm te geven aan de visie op het vlak van verzuim.
Flexibilisering en duurzame mobiliteit
De gemeente streeft naar een verhouding van maximaal 15% flexibel personeel. Dit is begrijpelijk vanuit het oogpunt van stabiliteit, maar gezien de krappe arbeidsmarkt is het de vraag in hoeverre dit haalbaar is zonder in te boeten op kwaliteit.
Daarnaast is de focus op duurzame mobiliteit en hybride werken een vooruitstrevend aspect van het personeelsbeleid. Het stimuleren van fietsen en gedeeld vervoer draagt niet alleen bij aan de duurzaamheid, maar ook aan een gezondere werkcultuur. Met beleid voor het hybride werken wordt voorzien in een regeling om veilig en gezond te werken op afstand en op kantoor.
Datagedreven Werken
In 2024 is er meer focus op datagedreven HR-beleid door met name de herziening en verbetering van stuurinformatie voor besluitvorming. Verder zijn personeelsprocessen en systemen geoptimaliseerd zoals het capaciteitsproces, zijn doelgroepgerichte HR dashboards in voorbereiding en is het personeelshandboek juridisch getoetst en geactualiseerd om in 2025 vastgesteld te worden.